Skip to main content
Read Engilsh version

English below

Hakkelend zoek je naar de juiste woorden, hopend dat het gebrek aan grammatica je niet heel dom doet overkomen. Een nieuwe taal beginnen te spreken is super frustrerend. Je kan vrij snel volgen wat er wordt gezegd, maar reageren is een heel ander verhaal. Verwacht aan het begin van je leerproces geen woordgrapjes of gevatte opmerkingen, je boodschap correct overbrengen is al lastig zat.

Dat hakkelende praten is wel een belangrijke stap in de richting van vloeiend spreken. Door veel en vaak de taal toe te passen, wordt het meer eigen. Aan de hand van reacties en aanvullingen van anderen vergroot je je woordenschat en kennis over de structuur van de taal. Gaandeweg zul je leuke uitdrukkingen tegenkomen, vlot kunnen reageren en – hoezee! – een grapje kunnen maken!

Muziek werkt ook zo. De meesten van ons zijn thuis in de muziekstijl die we in onze eigen cultuur hebben leren kennen. Kleinkunst en nieuw klassiek zijn mij met de paplepel ingegoten. Ik was me daar overigens pas van bewust toen ik met anderen over muziek ging praten: de verhalende liedjes van Annie M.G. Schmidt, Herman van Veen, Veldhuis en Kemper, Acda en de Munnik, Wende Snijders. Mijn hart doet altijd een sprongetje bij het radioprogramma de Taalstaat van Frits Spits. Zingen is twee keer bidden heb ik in dat programma voor het eerst gehoord en is nu mijn go-to hart-onder-de-riem-liedje.

En net zoals ik pas merkte dat ik een Brabants accent heb toen ik in Amsterdam ging studeren en de mensen om me heen me niet altijd verstonden, zo begreep ik pas in een vreemde muzikale omgeving dat niet iedereen dezelfde muziekkennis heeft. Je kan warempel ook in de muziek een accent hebben.

Ik ben panfluit gaan studeren omdat ik Matthijs Koene en Stefan Gerritsen een nieuw werk voor panfluit en gitaar hoorde spelen – Lifebirds van Timucin Sahin – en volledig omver werd geblazen door de mogelijkheden die mijn instrument bleek te hebben. Van kleine, intieme liedjes met een verhaal ging ik naar grote werken vol contrasten en extremen. Twee genres die me heel goed passen en die heel eigen voelen.

In Amsterdam maakte ik kennis met barokmuziek. Meerstemmigheid, verweven melodielijnen, klankkleur, imitatie, diminuties. Het past zo wonderwel op de panfluit dat dit een ‘derde taal’ is die ik redelijk goed beheers. De afgelopen jaren volgden Zuid-Amerikaanse muziek met mijn duo en Roemeense folklore, want, Roemeense panfluit. Toegegeven, dit voelt soms nog hakkelend en zoekend maar met inzet komt de boodschap steeds getrouwer over.

Wat ik ook speel, ik zoek naar het verhaal van dat intieme kleine Nederlandse liedje, afgezet tegen de extreme contrasten in het leven die nieuwe muziek voor mij zo goed verklankt. Uitersten waar de panfluit zich fantastisch voor leent. Hoor je in mijn techniek en timing dat ik niet opgroeide in Roemenië of Brazilië? Absoluut. Kies ik in barokmuziek net even andere versieringen dan een blokfluitist zou doen? Uiteraard. Maar onthoud: mensen die spreken met een accent beheersen een vreemde taal. Zij weten iets van de wereld wat jou wellicht nog vreemd is. Het is de moeite waard om te luisteren naar hun verhaal.

Multilingual

Hesitantly you look for the right words, while hoping your lack of grammar doesn’t make you sound too stupid. Starting to speak a new language can be super frustrating. It usually doesn’t take long before you can understand what is being said, but responding is something else entirely. Never expect word games or quick replies at the start of your learning process; it’s complicated enough to just get your message across.

That stumbling way of speaking is an important first step towards fluency, though. By using the language often you gradually make it your own. Through the reactions of others you increase your vocabulary as well as your knowledge about the structure of the language. Along the way you’ll encounter fun expressions, you start to respond quicker and before you know it, you’ve made an actual joke!

It’s the same with music. Most of us are at home in the style of music we were brought up with; it’s part of your cultural background. For me this was contemporary classical music and what we call ‘Kleinkunst’ in Dutch. It literally translates as small arts: small in form but never in meaning. From spoken word to songs and instrumental music, it reflects on current events and larger-than-life matters such as love and death. Music by Annie M.G. Schmidt, Herman van Veen, Veldhuis en Kemper, Acda en de Munnik, Wende Snijders. Small songs with small stories that say so much.

I wasn’t aware of this cultural heritage until I started talking about music with others. In the same way I wasn’t aware of my southern-Dutch accent until I started studying in Amsterdam where the people around me didn’t always understand what I was saying, I only realised that not everyone goes through life with the same knowledge of music untl I entered a new musical environment. It seems you can have an accent in music.

I started studying the panflute because I heard Matthijs Koene and Stefan Gerritsen play a new work for panflute and guitar – Lifebirds by Timucin Sahin – and was completely blown away by the possibilities my instrument has. From small, intimate songs with an orderly storyline I went to imposing works full of contrast and extremities. Two genres that fit me well and that I am comfortable with.

In Amsterdam I was properly introduced to baroque music. Polyphony, intertwined melodies, sound colours, imitation, diminutions. It all fit the panflute so wonderfully well that it has become my ‘third language’. The last few years I’ve put my energy in South-American classical music with my duo, as well as Romanian folklore, because, the Romanian panflute. Admittedly I hesitate and stumble at times, but with dedication the message comes across ever clearer.

Yet, whatever I choose to play, I look for a storyline familiar to me from small songs and contrast it with the extremities of life that new music so aptly puts to sound. Can you hear in my technique and timing that I didn’t grow up in Romania or Brazil? For sure. Do I play different embellishments in baroque music than a recorder player would do? Without a doubt. But remember: people who speak with an accent have mastered a new language. They know something of the world that might as yet be unknown to you. It’s worth listening to their story.

Next Post

Leave a Reply