English below
“Gras groeit niet door eraan te trekken. Creëer liever een rijke voedingsbodem.”
Op mijn bureau staat een glazen potje met gekleurde blaadjes erin. Op ieder blaadje staat een korte spreuk of advies waar ik op terug kan vallen bij gebrek aan richting of inspiratie. Het is een van de tastbare overblijfselen van een opleidingsweek in 2022. De uitspraak hierboven zit in mijn potje en komt altijd op mijn bureau te liggen als ik merk dat ik vastloop. Vorige week was zo’n moment.
De beeldspraak zette me aan het denken over de verschillende voedingsbodems voor musici. Waaruit bestaat zo’n voedingsbodem voor een muzikant? Je hebt te maken met de persoon zelf en het publiek, plus de locaties en andere aanwezige musici. Op de achtergrond komen daarbij de scholing en kansen die je hebt gehad op weg naar waar je nu bent. Al deze factoren kun je los van elkaar anders invullen. Iedere nieuwe combinatie leidt tot andere muzikale keuzes en andere muziek die tot de standaard behoort.
Afgelopen maand, tijdens de International Panflute Masterclass in Sibiu, Roemenië, bleek het merendeel van bovenstaande factoren totaal anders dan mijn eigen ‘standaard’. De technieken, de timing, het samenspel, de locaties, de mensen en dus ook de muziekkeuzes waren anders. Ik voelde me net een peuter in mijn eigen Muziek op Schoot lessen: kijken, luisteren, experimenteren; als een spons kennis opnemen, maar nog niet mee kunnen komen. Het was enorm frustrerend en tegelijkertijd het beste wat me had kunnen overkomen op dat moment. Want juist waar weerstand zit, is veel te leren.
In mijn geheugen zitten geen doina’s maar wel oud-Engelse liederen van Dowland en Campion. Ik ben niet grootgebracht met hora’s, wel met tango’s van Piazzolla en Pujol. Ik word gelukkig van muziek van Handel, Bartók en Britten. Ik stond in deze nieuwe context op los zand, dus besloot ik me te verwonderen over al die nieuwe informatie en te zien wat het me zou brengen. Het resultaat? Ik werd ook heel gelukkig van de jazzy getimede folklore die klonk in het openluchtmuseum en het restaurant. Het hoort en past bij de panfluit. Het is net zo rijk en net zo fascinerend als de muziek waarmee ik ben grootgebracht. Maar zou ik het mee naar huis kunnen nemen? Zou het in Nederland ook zo te beleven zijn?
Publiek in Nederland luistert niet met dezelfde oren naar de panfluit als publiek in Roemenië; ze zijn andere muziek gewend, zowel in stijl als samenklank. Livemuziek op feesten is in Sibiu en omgeving heel gewoon, weet ik nu, maar hier een uitzondering – hooguit bij bruiloften en begrafenissen. In wezen spreek je twee verschillende muzikale talen. Tel daarbij op het exotisme van de panfluit in Nederland en de voedingsbodems lijken totaal niet op elkaar. De muziek die klinkt, verandert daarmee ook. Wat is het gevolg? Wie kiest welke muziek op welke locatie? Zijn er enkel verschillen of is er ook overlap te vinden? Wie weet is er een gemene deler. Ik trap af met geijkte panfluitmuziek die me hier thuis vaak gevraagd wordt:
Hallelujah van Leonard Cohen; the Rose van Bette Midler; the Lonely Shepherd van James Last; de Air van J.S. Bach; de Roemeense dansen van Béla Bartók en de Libertango van Astor Piazzolla. Wat is de standaard in jouw omgeving? Ik ben heel benieuwd!
Fertile soil
“Grass doesn’t grow any faster when you pull it. Provide fertile soil instead.”
There’s a glass jar on my desk filled with brightly coloured papers. On each of these papers is a saying or word of advice to fall back on when I feel I lack direction or inspiration. It is a tangible reminder of a specialization course I took in 2022. This particular metaphor can be found in my jar and always ends up on my desk when I get stuck, which is what happened last week.
The saying led me to think about the different types of fertile soil for musicians. What does such musical soil consist of? The musician themselves, of course, and the audience they play for; plus the venues and other musicians present. In the background are the education and opportunities you had on your way to where you are now. Each of these factors can vary and each new combination results in different musical choices and different standards in repertoire.
Last month, during the International Panflute Masterclass in Sibiu, Romania, most of the factors listed above turned out to be completely different from my own ‘standard’. The techniques, the timing, the ensemble playing, the venues, the people and as a result the musical choices all varied. I felt like a toddler in my own music lessons for little ones: continuously watching, listening, experimenting; taking it all in like a sponge but never really being able to participate. It was extremely frustrating but at the same time it was the best thing that could have happened to me at that moment. Where there’s resistance, there’s a chance to learn.
I have no doinas ingrained in my memory, but I do know old English songs by Dowland and Campion. I wasn’t raised with horas, for me it was tangos by Piazzolla and Pujol. Music by Handel, Bartók and Britten touches my heart. In this new context I found myself on uncertain ground, so I simply wondered at all this new information to see where it would take me. The result? The jazzy folk music that resounded in the historical village and the restaurant touched my heart as well. It fits the panflute perfectly; forms part of its roots. It’s as rich and as fascinating as the music I grew up with. Yet, could I take this music home with me? Would it be possible to experience it in a similar way?
Audiences in the Netherlands do not listen to the panflute with like ears as people in Romania; they are used to different styles and harmonies. Live music is very common in Sibiu and its surroundings, I learned, but is the exception here – at weddings and funerals, at most.
We essentially have to deal with two totally different musical languages. Add to that the exotic nature of the panflute in the Netherlands, and the musical soil is nothing alike. The music that sounds changes along with it. What is the result? Who chooses what music for which venue? Are there only differences or is there an overlap? Who knows, we may find common ground. I’ll list some frequently requested pieces for panflute in my area:
Hallelujah by Leonard Cohen; the Rose by Bette Midler; the Lonely Shepherd by James Last; the Air on a G string by J.S. Bach; the Romanian Folk Dances by Béla Bartók and Libertango by Astor Piazzolla. What is standard repertoire in your area? I’m curious to know!
Wat leuk om hier over na te denken. Wat ik nu het meeste hoor, zijn opwekkingsliederen. Omdat ik naar de kerk ga. Ik speel deze graag, omdat ik op deze manier God kan aanbidden. En omdat ik ze ken en de meeste niet moeilijk zijn om te spelen. Mijn ouders hebben een hele andere muzieksmaak, dan mijn broers en ik. Schlagers, Chansons, Levensliederen. Wij zetten ons er tegen af.De muziek die wij als eerste mooi vonden en draaien was classic rock en symfonische rock. Dit blijft.
De panfluit lijkt daar niet bij te passen.
Maar toch zie ik in veel hedendaagse muziek een soort oermuziek terug. Ik denk dat volksmuziek veel andere muziekgenres heeft geïnspireerd. En er waarschijnlijk aan ten grondslag ligt.
Zo zie ik de panfluit ook als een oer instrument. Daarom vind ik het ook leuk om er muziek mee te maken. Het is van hout, lijkt primitief, maar is ook in deze tijd uiterst bruikbaar,voor allerlei muziekgenres.
Net zoals ik graag een spinnewiel gebruik en wol spin. Het is een oud gebruiksvoorwerp, maar toch erg mooi en bruikbaar, ook in deze tijd.
Wanneer ik meer tijd en mogelijkheden had, ook in mijn eigen kunnen, zou ik er mee willen experimenteren.
Bijvoorbeeld Jethro Tull (Ian Anderson) gebruikt volksmuziek elementen en fluit in zijn muziek.
Een mooie overweging, dat volksmuziek ten grondslag ligt aan al het andere; ik denk dat je daarin gelijk hebt. Experimenteren kan altijd – je wordt er juist ook een betere speler door, want je leert je instrument en je eigen vaardigheden beter kennen. Ga er voor!
Dank je wel!
I’m an American. I took private pan flute lessons from Costello Puscoiu in The Netherlands for a couple of years; maybe less. We were living there for business and our home was in Wassenaar. The angst you feel over hearing people play better than you, or faster than you (Romanian music!) helps us to sort out what we really want from our pan flute. I thought for years that if you couldn’t play fast like those Romanian pan flute players, I wasn’t a good player. I mentioned that to Mr. Puscoiu and he replied, “You don’t want to play fast!” I’m so much like you when it comes to musical tastes. It varies. Romanian isn’t even on my list, but I so admire their ability. Another of Mr. Puscoiu’s Dutch could play “Flight of the Bumble Bee” very fast. I was in awe at the recital and there were many beginners, too. But I don’t want to play “The Flight of the Bumble Bee”. I like to play what touches my heart. I don’t practice enough. I’m glad to be in touch with someone from the beautiful Netherlands. I have another friend that lives there and we keep in touch.
Mr. Costel Puscoiu died several years ago, and I was sad to hear it.
Hello Loy, yes, your message got through :). I check each reply so I know the discussion remains respectful.
Amazing to read there is a former student of Mr. Puscoiu in Utah! He was classically trained, which explains his view on the panflute as well. Playing fast is amazing and takes a lot of skill, which makes it worthy of admiration. Yet, it’s often more difficult to tell a story with very few notes in between. I’m glad you chose to follow your heart in your choice of music, because I’m convinced that is what those hearing you play will remember long after the melody has faded. Though you do still remember that flight of the bumblebee ;). What pieces do you play now?
You asked about the pan flute music played in my area. Other than South American pan flutes, I’m the only pan flute player in the whole state of Utah USA
I meant Costel Puscoiu (not Costello…auto correct not always correct!).