Skip to main content
Read Engilsh version

English below

Er was eens een Griekse filosoof die Plato heette. Hij omschreef de wereld als een gefilterde versie van iets echters. Als we zonder dit filter zouden kijken, zouden we verblind worden als iemand die vanuit een donkere grot het daglicht instapt. Onze wereld is de grot en daar waar de zon schijnt zijn de ideeën, de echtere versies van wat wij kennen.

De allegorie van de grot heb ik altijd mooi gevonden. Het is als een belofte van iets mooiers, helderder en echter waar je naar toe kan werken. Een stip op de horizon. Maar je kan de allegorie van de grot ook minder positief uitleggen. In het artikel “Plato’s curse” van de musicoloog Cook las ik dat er in de muziekgeschiedenis componisten als Schoenberg zijn die muzikanten als een noodzakelijk en vertroebelend filter zien voor hun perfecte muziek.

De door een hogere macht aan componisten ingegeven muziek wordt dan via die muzikanten als een zwakkere weergave van het ideaal de wereld in geslingerd. Met de allegorie van de grot ter ondersteuning noemt Cook dit vanuit een muzikantenperspectief terecht de vloek van Plato. Ik moest na wat overdenkingen concluderen dat de conservatoria die Westerse kunstmuziek onderwijzen nog heel erg vasthouden aan het trouw zijn aan de compositie boven alles. De uitvoerend musicus moet zichzelf wegcijferen ten bate van de muziek. Zo heb ik het geleerd en lang geloofd, zonder me ervan bewust te zijn. Zelfs als je als speler opvalt door je kunde is het nooit goed genoeg, want de oorspronkelijke Idee is altijd beter. Maar muziek is niet alleen van de componisten – muziek is net zo zeer van de makers en de toehoorders.

Neem boeken ter vergelijking. Zodra een schrijver een boek laat uitgeven, wordt de inhoud van de lezer. De leeservaring is voor iedere individuele lezer anders. Voor boeken vinden we dat logisch. Schrijvers vinden het spannend om hun boeken de wereld in te sturen, want hoe wordt het ontvangen? Ze hebben er geen grip meer op. Zo werkt het ook met muziek: iedereen die muziek hoort, ervaart dit anders door een verschil in opvoeding, gemoed, gezondheid, karakter, locatie van luisteren, het tijdstip, noem maar op. Die eindeloze schakering maakt dat muziek leeft en blijft boeien.

Net als bij boeken waar iedereen dezelfde woorden leest en toch iedere lezer een andere conclusie trekt over wat ze net gelezen hebben, is iedere volgende uitvoering van een muziekstuk anders. Zelfs een opname, want je luistert nooit twee keer in exact dezelfde omstandigheden. Tien jaar heb ik een leesgroep begeleid en iedereen had een andere kijk op de boeken die we lazen. Het leukst waren de besprekingen waar iemand een boek niet door kwam en naderhand toch besloot het uit te lezen – “want zoals jij het nu uitlegt, is het eigenlijk heel boeiend.” Door mijn persoonlijke noot werd het boek toegankelijk.

Als muziek enkel keurig noot voor noot wordt gespeeld, is het lastig om er verbinding mee te voelen. Het is aan de muzikant om de muziek te doorvoelen en er een persoonlijke interpretatie aan mee te geven. Geen twee personen spelen een werk precies hetzelfde. En iedere luisteraar zal het binnen zijn of haar kader op een eigen manier ontvangen. Dat maakt muziek werkelijk van iedereen: van de componist, de uitvoerend musicus en de luisteraar. Cijfer jezelf dus nooit weg, welke rol je ook vervult. Hoe jij de muziek beleeft, hoe jij jouw verhaal vertelt en hoe jij het ontvangt, is van groot belang.

Music belongs to everyone

Once upon a time there was a Greek philosopher called Plato. He described the world as a filtered-down version of something more real. If we were to see things without this filter, we would be blinded like a person who steps into direct sunlight after living their entire lives in a shadowy cave. Our world is the cave and where the sun shines, is the world of Ideas, the actual prototypes of what we see around us.

I’ve always appreciated this allegory of the cave. It’s like a promise of something more beautiful, more real, to work towards. A goal on the horizon. But you could also interpret this allegory in a less positive way. In the article “Plato’s curse” by the musicologist Cook I read there have been composers such as Schoenberg who viewed musicians as an obscuring yet necessary filter between themselves and their perfect music.

Music inspired by a higher power and conceived by composers, transferred through musicians as a filtered-down version of the ideal and as such brought into the world. Supported by the allegory of the cave, Cook calls this opinion Plato’s curse, which is absolutely correct from a musician’s point of view. After some pondering, I came to the conclusion that conservatoriums that teach Western art music still adhere to being true to the composition above all else. The performing musician is required to make themselves invisible on behalf of the music. This is what I have been taught and believed without even realising it. Even when a player stands out because of skill, it’s never good enough; the original Idea is always better. But music does not belong only to composers. Music belongs as much to the performers and the audience.

Take books for a comparison. As soon as a writer publishes a book, the contents become the domain of the reader. The experience of reading differs for every individual reader. We don’t even question this for books. Writers are generally a little tense when they send their writing off into the world, because how will it be received? They have no say about this. It’s the same with music, because everyone who experiences music, does so in their own way. The differences are in the context: mood; health; character; location; time; you name it. These endless nuances keep music alive and intriguing.

As with books where everyone reads the same words yet still has a different conclusion about what exactly they have just read, every performance of a musical work is different. This also goes for recordings, because you never listen twice under the exact same circumstances. For ten years I headed a book club and each member had a different view on the books we read. The best discussions were those where someone simply couldn’t get through the book, but decided to finish it after we our discussion – “because of the way you’ve explained it, I want to read the whole thing.” My personal approach made the story accessible.

When music is only played correctly note for note, it is very hard to connect with it. It is up to the musician to live the music and provide it with an interpretation. No two people will play the same piece the exact same way. And each person who hears it will receive it differently within their own context. This ensures music really belongs to everyone: the composer, the performer and the listener. So never ever make yourself invisible, whichever part you play. The way you experience the music, tell your story or receive it, matters very much.

One Comment

Leave a Reply