English below
Mijn werkweek draait voornamelijk om muzieklessen. Alle leeftijden zie ik voorbij komen: baby’s, peuters, kleuters, wijsneuzen, pubers, gepensioneerden. Aanpak en repertoire wisselen met de doelgroep: van speels en auditief tot puur technisch en analyserend. Veel lessen en veel voorbereiding. Waar is de ruimte om zelf te studeren? Soms vliegt het me aan. Is dit het nou? Juist dan laten mijn cursisten onbevangen zien wat de muzieklessen voor ze doen. Een paar voorbeelden.
Tegen het eind van de Muziek op Schoot zet ik een slaapliedje in. De kinderen weten dat ze niets anders meer hoeven te doen dan te hangen en de muziek over zich heen te laten komen. Ze begon te huilen. De hele les danste ze enthousiast en keek ze geboeid; nu was het of ze het slaapliedje dat ik al twee keer eerder in de reeks had gezongen voor het eerst echt hoorde. Ze was niet verdrietig, snikte ze, maar het liedje was wel zoveel! Ze kroop weg bij mama. Die zei – oh superheld! – dat tranen mogen, dat je muziek kan voelen. Net als de grote knuffel die ze vervolgens deelden.
Zij ontdekte dat haar instrument voor haar spreekt. Dat ze kan vertellen, zingen, schreeuwen, fluisteren, lachen en huilen met muziek. Wat ooit begon als een hobby aangemoedigd door haar ouders, bleek tijdens de lockdowns de laatste strohalm. Ze speelde en speelde om de muren op hun plek te houden als ze op haar af dreigden te komen. Het maakte een wereld van verschil.
Hij speelde een laatste ode aan zijn opa. Die was er niet meer en dit was het afscheid. Toen zijn laatste lied uit was, een lied dat we zorgvuldig hadden behandeld, zag hij dat iedereen zat te huilen: zijn muziek bood ruimte aan liefde en gemis. Het mocht er zijn. Terwijl hij het moment van spelen navertelt, zie ik het ontzag dat hij voelde, het besef dat hij met zijn muziek verbinding en troost heeft kunnen bieden.
Of we iets konden doen zonder bladmuziek. Uiteraard. Uit het hoofd speelden we een rustige melodie. Daarna namen we een basisritme en twee groepjes van vijf opeenvolgende tonen. Ze maakte zinnen: zoveel mogelijk even lang, met begin en eind op de grondtoon. Voorzichtig navigeerde ze zich door het gestelde kader. Toen de laatste frase voorbij was, keek ze me stomverbaasd en stralend aan. De klank was prachtig in een lied vol plezier, helemaal van haarzelf. Vol vertrouwen stapte ze naar buiten.
Natuurlijk wil ik zelf spelen voor publiek. Maar er zijn meer manieren om mijn muziek te delen. Door anderen te leren wat ik weet over mijn instrument, de panfluit, wordt het onderdeel van die grote wijde wereld en bereik ik ook diegenen die niet naar concerten komen. In de muziekles deel ik behalve muziek ook kennis en kunde. De liedjes en kaders die ik nu meegeef vormen ankers voor de expressie van later. Dat is zinvol voor veel meer dan de muziekles alleen.
Beyond the music lesson
My working week mainly consists of teaching music. I have students of all ages: babies, toddlers, preschoolers, little know-it-alls, adolescents, pensionados. Approach and repertoire change with those I teach: from musical games and auditive instruction to technique and analysis. Lots of lessons and lots of preparation. Where is the time to study my own music? Sometimes it overwhelms me. Is this it, then? Whenever this happens, my students unwittingly show me the effect their music lessons can have. Some examples.
At the end of my toddler music lessons I generally sing a lullaby. The children know that nothing else is expected of them than to cuddle up and listen to the music. She started to cry. The entire lesson she’d been dancing enthusiastically and paying close attention; now it was as if she heard the lullaby I had sung twice before in the series for the very first time. She sobbed that she wasn’t sad, but the song was so much! She hid with her mother. She responded – like a true superhero – that it’s alright to cry, that it’s possible to feel the music. Just like the big hug they then shared.
She discovered that her instrument speaks for her. That she can tell stories, sing, scream, whisper, laugh and cry through music. What started as a hobby encouraged by her parents, turned out the be a last resort during lockdowns. She played and played to stop the walls from closing in on her. It made all the difference in the world.
He played a last tribute to his grandfather. He had passed away and this was the final goodbye. When he had played his last song, one we’d worked on with care, he saw everyone was crying: his music had created space for love and loss. It could be felt, it could be shown. As he was recounting the experience, I saw the wonder he felt, the realisation that his music created connection and offered solace.
Would it be possible to work without sheet music today? Of course. We played a calm melody by heart. Then we took a basic rhythm and two groups of five subsequent tones. She played phrases: similar in length, starting and ending on the tonic. She carefully navigated through the set boundaries. After finishing the final phrase, the look she gave me was simultaneously astonished and radiant. Her sound had been wonderful and the song filled with joy, all her own. She left with a bounce in her step that day.
Of course I want to play for an audience. But there are more ways to share my music. By teaching others what I know about my instrument, the panflute, it can become part of life in general and reach people who do not visit concerts. In every music lesson I teach knowledge and skill as well as melodies. The songs and frameworks I share, form the anchors for future expression. This reaches far beyond the music lesson itself.